Circuit

  • Vóór de 1ste run zal een VERPLICHTE briefing voor alle piloten worden gehouden.
    De start zal in golven worden gegeven, op aangeven van de aanwezige standcommissarissen.
  • Aan het einde van elke sessie, zal de zwart/wit geblokte vlag gezwaaid worden voor het ingaan van de pitlane. Deze vlag geeft het einde van de sessie aan en verplicht tot onmiddellijke terugkeer naar de pitlane, zonder afremmingsronde.
  • In geval van nood, zullen de rode signalisatielichten aangestoken worden en zullen de vlaggen gezwaaid worden door de organisator over het volledige circuit. Van zodra de rode lichten aangaan moet elke deelnemer vertragen en meteen aan gematigde snelheid terugkeren naar de paddock via de pitlane van de boxen.
  • Tijdens de duur van een SESSIE mag een deelnemer slechts halt houden in de pit lane, nooit op het circuit. Bij het opnieuw oprijden van het circuit, zal de deelnemer strikt de instructies van de standcommissarissen aan de uitgang van de pitlane opvolgen.
  • Een deelnemer met pech op het circuit of die het slachtoffer is van een valpartij kan enkel moet verplicht wachten om teruggebracht te worden door een voertuig van de organisatie. Het is ten strengste verboden het circuit in tegenwijzerzin op te rijden, op straffe van onmiddellijke uitsluiting.
  • De maximumsnelheid in de pitlane bedraagt 60 km/u. De maximumsnelheid in de paddock is 10 km/u.  Op verschillende plaatsen zullen radarcontroles worden uitgevoerd.  Elke deelnemer die zich niet aan deze beperkingen houdt, zal bij de eerste vaststelling met een geldboete van 50 € krijgen en zal uitgesloten worden na de tweede vaststelling.
  • De organisator kan een deelnemer die een gevaar betekent door zijn rijgedrag of door de slechte staat van zijn motor uitsluiten, zonder enige schadeloosstelling.
  • Elke deelnemer moet zich schikken naar de instructies en aanwijzingen die hem door de organisator of stand- en baancommissarissen worden opgelegd.  Deze laatsten geven hun aanwijzingen met behulp van vlaggen en/of signalisatielichten (zie beschrijving hieronder).
  • De dagen zijn bedoeld als trainingsdagen en niet als race.  Geen enkele vorm van agressiviteit van de piloten wordt toegestaan.  De organisatie vraagt respect van alle deelnemers tijdens inhaalmanoeuvres. De traagste piloot houdt zijn lijn aan, de snelste piloot dient op te letten tijdens het inhalen.

Vlaggen en Lichten

VLAG EN/OF LICHTEN GEEL MET RODE STREPEN

De grip op dit deel van de baan kan wijzigen omwille van andere redenen dan regen. Deze vlag moet gezwaaid worden aan de post van de baancommissarissen verantwoordelijk voor de vlaggen.

VLAG EN/OF GELE KNIPPERLICHTEN

Eén enkele gele vlag waarmee gezwaaid wordt : deze vlag geeft aan dat er een gevaar is verder op de baan.
Twee gele vlaggen die gezwaaid worden en/of gele lichten (dubbele gele) geven aan dat er een belangrijk gevaar is en dat de tussenkomst van de commissarissen en/of de interventievoertuigen nodig is zonder de sessie te onderbreke.
Deelnemers moeten vertragen tot 60 km/u in die zone en voorbereid zijn om te stoppen. Het is verboden in te halen tot wanneer een groene vlag getoond wordt, deze duidt aan dat het circuit vanaf dat punt weer vrij is.

RODE VLAG EN/OF LICHTEN

Einde of onderbreking van de sessies omwille van een belangrijke reden. De deelnemers moeten onmiddelijk de paddock vervoegen aan lage snelheid.

Om de interventietijd te beperken, kunnen de veiligheidsvoertuigen in tegenwijzerzin rijden onder de rode vlag en/of lichten.

WITTE VLAG

Een interventievoertuig is op de baan.
Deze vlag wordt getoond aan de post van de baancommissarissen verantwoordelijk voor de vlaggen en geeft aan dat de deelnemer het voertuig zal tegenkomen in dit gedeelte van de baan.
Inhalen is verboden tussen de deelnemers tijdens het zwaaien van de witte vlag. Inhalen van het interventievoertuig is toegelaten.

Fermer Zoomer